top of page

Spreken Vlamingen en Nederlanders een andere taal?

Het Nederlands is een boeiende taal. Alleen al in Europa klinkt het zo divers, met vooral verschillen tussen het noorden (Nederlands) en het zuiden (België). Soms verschillen Hollanders en Vlamingen zodanig dat je daar beter rekening mee kunt houden als je teksten schrijft of vertaalt.



Het Nederlands wereldwijd

Volgens de Nederlandse Taalunie, de officiële instantie van het Nederlands, zijn er 24 miljoen Nederlandstaligen. Het Nederlands is een officiële taal in België, Nederland, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.


Volgens diezelfde Taalunie is het Nederlands, van de meer dan 6000 wereldwijd gesproken talen, een van de 40 meest gesproken. Bovendien is het als twaalfde taal op het internet een belangrijke taal in de sociale media.


Standaardnederlands

Wat alle taalgebruikers gemeen hebben, is de standaardtaal. Standaardnederlands is wat we als taalgemeenschap algemeen correct vinden. De regeltjes en normen die daaruit ontstaan, gieten we in grammatica- en woordenboeken. Het is de taal die je op het nieuws hoort en die je op de schoolbanken leert.


Maar … Dat nieuws in Nederland, Vlaanderen of Suriname klinkt natuurlijk helemaal anders. Dat komt omdat lokale woorden en uitdrukkingen de ‘standaardtaal’ kleuren.


Het Vlaams, een andere taal?

Het Nederlands in het noorden (Nederland) en het zuiden (Vlaanderen) van het taalgebied hebben nog altijd meer gemeen dan dat ze van elkaar verschillen. Maar soms zou je denken dat we in Vlaanderen en Nederland een andere taal spreken. Een paar voorbeelden …


In België hebben we maaltijdcheques, onderzoeksrechters, schepencolleges en containerparken. In Nederland bestaan maaltijdcheques niet. Een onderzoeksrechter is daar een rechter-commissaris, het schepencollege is het college van burgemeester en wethouders en een containerpark heet er een milieupark.


Niemand zal in Nederland het woord bedrijfswagen gebruiken. Daar heet dat een auto van de zaak. Zeg je in Nederland ‘voormiddag’, dan is dat de periode tussen 12 u. en 14 u. Ambetant, schabouwelijk, goesting, amai, awel … Dat kennen ze in Nederland niet. En wij nemen wel eens spottend patat, tosti en mobieltje in de mond. “Flikker nou toch eens op, man!” En een okseltruitje, dat is dan blijkbaar een typisch Surinaams woord. Mooi ... die variatie.


Dat bekt niet lekker

Meestal beletten deze verschillen in woordenschat of uitdrukkingen niet dat je een tekst

begrijpt. Uit de context blijkt vaak wat de schrijver uit een ander taalgebied bedoelt. Wat daarentegen wél een probleem kan zijn, is de emotie die deze verschillen oproept. Als een tekst als niet-eigen aanvoelt.


Je hoort dan: “Wij zeggen dat zo niet”. “Bij ons bestaat dat woord niet.” “Zeg je dat zo in het Belgisch?” “Da’s echt Hollands.” En vooral: “Is dit wel correct?” Uit geen enkele van die opmerkingen blijkt dat de taalgebruiker een tekst niet begrijpt. Wel dat hij die als vreemd en anders ervaart. En erger: als onjuist.


Copywriter van boven of onder de Moerdijk?

Wie een tekst schrijft of laat schrijven, moet dus goed in het achterhoofd houden voor welk taalgebied die bestemd is. Voor het hele taalgebied, of specifiek voor een publiek uit het noorden (Nederland), of het zuiden (Vlaanderen)? In het eerste geval kiest een copywriter voor standaardtaal.


Heeft een tekst een Hollands of Vlaams doelpubliek, dan kies je beter voor een copywriter uit het bijbehorende taalgebied. Elk vogeltje zingt nu eenmaal zoals het gebekt is.


Vertaler Nederlands-Vlaams

Dat bestaat! En vice versa. Wees gerust: zowel Vlaamse als Nederlands vertalers kennen hun standaardtaal. Een vertaling zal dus altijd de officiële taalafspraken respecteren. Maar omdat vertalers vooral praktijkmensen zijn, zullen – én moeten! – zij zich aanpassen aan de context van hun doelpubliek.


Een courant voorbeeld is het woord ‘zakencijfer’ in België. Hoewel Vlaamse vertalers weten dat omzetcijfer of gewoon omzet in het hele taalgebied standaardtaal is, gebruiken heel wat Vlaamse en Brusselse bedrijven nu eenmaal ‘zakencijfer’. Ja, dat is een leenvertaling van het Franse ‘chiffre d’affaires’, maar wél het woord dat in de meeste Vlaamse bedrijven het meest gangbaar is.


Laat je een tekst naar het Nederlands vertalen? Vertel er dan liefst bij of die tekst voor Vlaanderen, Nederland of het hele taalgebied bestemd is.


Heb je een Nederlandse tekst waarvan je vermoedt dat die in Vlaanderen (en omgekeerd) niet zal ‘werken’? Dan kan je hem dus gewoon laten vertalen naar het Vlaams (of naar het Nederlands).


“Gezellig, toch, dat Nederlands?” “Amai!”




bottom of page